Toetsen en leerlingvolgsyteem
Testen, toetsen en volgen
In het moderne basisonderwijs is het belangrijk dat we de vorderingen van de leerlingen goed waarnemen en volgen. Zowel de didactische, sociale als kunstzinnige prestaties van de leerlingen worden in kaart gebracht. We gebruiken daarvoor observaties, periodetoetsen en onafhankelijke toetsen. Over de opbrengsten daarvan hebben de leraren tenminste twee keer per jaar nauw overleg met de Intern Begeleider (IB-er).
Leerlingendossier
Van alle leerlingen wordt vanaf de kleutertijd een persoonlijk dossier opgebouwd. Dit omvat onder meer verslagen van gesprekken met ouders of kinderen, (groeps)handelingsplannen, resultaten van de Cito of Boomtoetsen, tussenrapportages, kopieën van getuigschriften, mogelijke (psychologische) onderzoeken, observaties door de Interne – of ambulante begeleider en resultaten van de eindtoets. Dit dossier is op verzoek in te zien door ouders, na afspraak met de Intern Begeleider. Onderdeel van de nieuwe privacywet is dat instanties wordt tegen gegaan om langer dan noodzakelijk of meer dan nodig informatie over personen te bewaren.
Schoolrijpheid en leervaardigheid
Aan het eind van de kleuterperiode kan bij de leraren over bepaalde leerlingen twijfel bestaan over de schoolrijpheid/leervaardigheid. Er kan dan een school- of leervaardigheids-onderzoek worden afgenomen. Het gaat hierbij niet alleen om cognitieve- maar ook om lichamelijke-, motorische- en sociaal-emotionele aspecten. De resultaten van dit onderzoek bespreken de leraren met de Intern Begeleider. Bij blijvende twijfel omtrent de leer-rijpheid wordt de leerling in het begeleidingsadviesteam besproken. Eén en ander wordt eventueel aangevuld met een onderzoek door de schoolarts. Soms volgt hieruit – in nauw overleg met de ouders – een advies voor verlengde kleutertijd. Vaker echter wordt een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd in klas 1 (groep 3) om de ontwikkelingsvraag te begeleiden. De ontwikkelingsmogelijkheden van het kind staan daarbij altijd voorop.
Onafhankelijke testen en toetsen
Onze school neemt twee keer per jaar het onafhankelijke Cito of Boomleerlingvolgsysteem af bij de leerlingen van klas 1 t/m 6 (groep 3 t/m 8). De toetsen zijn bedoeld als informatie voor de leraar om eventuele hiaten in de ontwikkeling vroegtijdig te signaleren en hier de leerstof op aan te passen. Bij de kleuters wordt deze ontwikkeling gevolgd met het kleuter-volgsysteem van de begeleidingsdienst voor vrijescholen. Na het toetsen en volgen van de leerlingen analyseert de leraar, in samenspraak met de Intern Begeleider de resultaten. Zo nodig wordt een (groeps)handelingsplan opgesteld, waarbij de beginsituatie en het einddoel vooraf worden bepaald. Dit plan kan allerlei elementen bevatten bijvoorbeeld gedifferentieerde opdrachten in de klas of extra hulp door bijvoorbeeld de onderwijsassistente of Remedial Teacher (RT) buiten de klas.
Cito-onderzoeken en de IEP-toets: een bewuste keuze
Basisschool Wonnebald heeft gekozen voor het Cito en Boomleerlingvolgsysteem omdat deze de aangeboden lesstof terugvraagt. Zo is te volgen of iets is geautomatiseerd of niet. De leraren proberen niet te veel nadruk te leggen op het toetsen zelf. De nadruk ligt op het volgen van de ontwikkeling van de individuele leerlingen in overeenstemming met het leerplan dat is uitgewerkt in een leerstofoverzicht, leerlijnen en leerdoelen. Voorop staat dat de school de vorderingen systematisch volgt aan de hand van de planning die de leraren jaarlijks maken en waarin het aanbod en de opbrengsten van de lesstof staan beschreven. Het streven is dat het niveau in de zesde klas (groep 8) gelijk of hoger is dan het gemiddelde van dat wat er (landelijk) wordt verwacht. Dit laatste toetsen we met de IEP-eindtoets.
Leerlingvolgsysteem
De ontwikkelingen en leeropbrengsten van de leerlingen en van de klassen worden overzichtelijk gevolgd in een digitaal leerlingvolgsysteem (ParnasSys). De rapportage hierover door de leraren aan de ouders gebeurt op verschillende manieren. Twee keer per jaar is er een klassikale ouderavond. Op deze avonden wordt er informatie gegeven over de klas als geheel. Er wordt over het vrijeschool specifieke karakter van ons onderwijs gesproken én er wordt verteld over de ontwikkelingen en vorderingen van de klas. In de klassenbrieven, die de ouders elke periode digitaal krijgen toegestuurd, staat beschreven wat de klas de afgelopen periode heeft geleerd en naar welk doel de volgende periode wordt toe gewerkt.
Over de ontwikkeling en de vorderingen van de individuele leerlingen zijn er twee maal per jaar gesprekken op school: de 10 minuten gesprekjes. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid een extra afspraak met de leerkracht te maken wanneer u als ouders daar behoefte aan heeft. Uiteraard kan ook de leerkracht het initiatief nemen voor een extra gesprek met de ouders wanneer daar aanleiding toe is.
Het getuigschrift
Een bijzonder onderdeel van de rapportage op een vrijeschool is het getuigschrift, dat aan het einde van het schooljaar wordt uitgereikt. Het bevat naast de cognitieve vorderingen en vaardigheden bij de verschillende vakken ook een omschrijving van de sociaal-emotionele ontwikkeling, belangstelling, concentratie, werktempo, werkverzorging en zelfstandigheid én een persoonlijke spreuk voor iedere leerling. De klassenleraar schrijft deze spreuk als terugblik op de persoonlijke ontwikkeling die een leerling dat schooljaar heeft doorlopen als ware het een vooruitblik op dat wat zich ontwikkelen kan. Het is niet zomaar een gedicht of stuk tekst uit een verhaal. Het is een persoonlijk groeidocument dat een inkijkje geeft in het wezen van een leerling vanuit de blikrichting van de leraar.
“Onderwijzen is ook opvoeden. Onderwijs gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen.”
Vrijeschool Wonnebald